Omdat de Vogelrichtlijn enkel over vogels gaat, was er in Europa nood aan een tweede richtlijn, de Habitatrichtlijn. Deze richtlijn heeft als doel de rest van de wilde flora en fauna van Europa te beschermen. De richtlijn handelt niet enkel over soorten maar ook over habitattypes.
Volgens de Habitatrichtlijn moet elke lidstaat maatregelen nemen zodanig dat de habitattypes van bijlage I in “gunstig staat“ blijven of komen. Voor deze habitattypes heeft Vlaanderen gebieden afgebakend en doelen opgesteld. Deze doelen moeten ervoor zorgen dat deze habitattypes in goede staat blijven of komen.
Om de instandhoudingsdoelen te bepalen gebruiken de auteurs van de rapporten tabellen die de Lokale Staat Van Instandhouding weergeven (LSVI-tabellen). Er zijn 3 LSVI tabellen: voor habitats, voor habitatrichtlijnsoorten en voor vogelrichtlijnsoorten. De LSVI tabellen werden opgemaakt door het INBO: deel 1 en deel 2.
De habitats die in Vlaanderen voorkomen staan in bijlage I van het ‘natuurdecreet’.
- Kusthabitats en Halofytenvegetaties
- Zeekust- en Landduinen
- Zoetwaterhabitats
- Heide- en Struikvegetaties van de gematigde klimaatzone
- Thermofiel struikgewas
- Natuurlijke en halfnatuurlijke graslanden
- Venen
- Rotsachtige habitats en Grotten
- Bossen
Bronnen: