Dit habitattype komt voor in reliëfrijke streken met een kalkrijke ondergrond en zeer kalkrijk grondwater. Wanneer dit grondwater aan het oppervlak komt treedt een chemische reactie op die maakt dat het calciumcarbonaat uit het water neerslaat op blaadjes, takjes, wieren, enz. Deze kalkafzettingen vormen de tufstenen. De bronnen komen meestal voor met een rijke en specifieke mossenflora en bronplanten zoals Bittere veldkers en Paarbladig goudveil.
Goed ontwikkelde kalktufbronnen met tufsteen zijn in Vlaanderen niet te vinden. In streken met een kalkrijke ondergrond (bv. in Zuid-Limburg, de Brusseliaanzanden rond Leuven, …) kunnen wel kleinschalige kalkafzettingen voorkomen.
Flora
Echt vetmos (Aneura pinguis), Beekdikkopmos (Brachythecium rivulare), Veenknikmos (Bryum pseudotriquetrum), Kegelmos (Conocephalum conicum), Gewoon diknerfmos (Cratoneuron filicinum), Stomp dubbeltandmos (Didymodon tophaceus), Tufmos (Eucladium verticillatum), Geveerd diknerfmos (Palustriella commutata), Gekroesd plakkaatmos (Pellia endiviifolia)
Fauna
De aquatische fauna bevat enkele zeldzame organismen, specifiek voor dit habitattype zoals de Blinde vlokreeft, de Kokerjuffer, de platworm, de Steenvlieg en de Waterkever Hydraena melas. Het openwatermilieu is een voortplantingsmilieu voor de vuursalamander.
Beheer
Het beheer streeft naar het behoud van de natuurlijke waterhuishouding en het vermijden van eutrofiëring en betreding. De zuurtegraad is van essentieel belang voor het neerslaan en oplossen van de kalkafzettingen.
Verstoringen van het waterregime (bv droogvallen van de bron of versnelde afvoer) kunnen zand- of slibafzettingen veroorzaken die de kalkbodem bedekken, successie bevorderen en de tufvorming stilleggen. Wanneer dit optreedt dient men maatregelen te nemen om het oorspronkelijk afvoerregime van de bron te herstellen (bv. verminderde grondwaterwinning).
Een stijgende watertemperatuur zorgt voor een grotere soortensamenstelling met eventuuel verlies van sleutelsoorten.
Recente boom- en struikopslag in de onmiddelijke omgevind van het bronmilieu worden best verwijderd om een optimale lichtinval op de vegetatie te verzekeren.
Foto: Ecopedia.be