Dit habitattype omvat slikken en zandplaten lans de kust die bij laag water droog vallen. Het omvat ook het laagstrand langs de kust. (Overlappen met estuaria worden onder 1130 gerekend vanwege het minder hoge zoutgehalte.) De zandafzettingen ontstaan op dynamische plaatsen die rechtstreeksaan de golfwerking worden blootgesteld. Slikken ontstaan op meer beschutte plaatsen zoals strandvlaktes achter duinen. Levensgemeenschappen bestaan er voornamelijk uit bodembewonende organismen die aangepast zijn aan de getijdencyclus.
fauna
Borstelwormen zoals Zeepier en Schelpkokerworm, tweekleppige weekdieren zoals Kokkel, Zaagje, Nonnetje en Wadslakje, pissebedden, vlokreeftachtigen en garnalen, nematoden en roeipootkreeftjes, Gewone zeehond
Beheer
Aan de Belgische kust is doorgaans een extern beheer, gericht op een positieve sedimentatiebalans (zand- en slibafzettingen) gewenst. Omwille van kusterosie en veiligheid gebeurt plaatselijke zandopspuiting. Voor soorten als Gewone zeehond en foeragerende en rustende vogels is rustverstoring te vermijden.
Foto: Martijn van Belzen