met Salicornia spp. en andere zoutminnende soorten
Deze soortenarme pioniersvegetaties komen van nature voor op beschutte slikken die dagelijks overstromen met zout of sterk brak water. Binnendijks vindt men vegetaties terug in zilte kreken in de polders, uigeveende poldergraslanden en laaggelegen weiden. Het is vaak te vinden in combinatie met 1320 en 1330. Zeekraalvegetaties in Schelde- of Ijzeresturium overlappen met H-type 1130. De vegetatie wordt meestal niet hoger dan 10 cm en is vaak gedomineerd door Zeekraal. Belangrijke gebieden zijn in Vlaanderen te vinden aan de Ijzermonding en het Zwin.
Flora
Zeekraal, Klein schorrenkruid, Zilte en Gerande schijnspurrie, groenwier (Vaucheria) evolueert naar (mozaïek met) Lamsoor, Gewoon kweldegras, Gewone zoutmelde, Zulte, Melkkruid, slijkgrasvegetaties.
Lage schorrenflora: Kortarige en Langarige zeekraal (Salicornia europaea en S. procumbens), Klein schorrenkruid (Suaeda maritima), Zilte schijnspurrie (Spergularia marina), Gerande schijnsprurrie (Spergularia media)
Hoge schorrenflora: (Zeevetmuurverbond) Zeevetmuur (Sagina maritima), Deens lepelblad (Cochlearia danica), Laksteeltje (Catapodium marinum), Sierlijke vetmuur (Sagina nodosa), Hertshoornweegbree (Platago coronopus), Dunstaart (Parapholis strigosa), Strandduizendguldenkruid (Centaurium littorale)
Beheer
Bij voldoende erosie- en sedimentatiedynamiek zijn pioniersituaties steeds aanwezig; daarom hoeft vaak niets worden gedaan. Voor de instandhouding van binnendijkse slikgebieden is betreding door grazers en een hoog grondwaterpeil (rond maaiveld) noodzakelijk. In de schorre-duinovergang is een combinatie van begrazing en nulbemesting aangewezen.
Foto: ortarige en Langarige zeekraal, www.ecomedia.be