Foto: Frank Vassen
Strandplevier (Charadrius alexandrinus)
Classificatie: Steltloperachtigen, fam. van de kieviten en plevieren.
Statuut: bijlagesoort vogelrichtlijn, met uitsterven bedreigd.
Lengte: 15-17 cm.
Herkenning: klein en lichtgekleurd, zwarte poten, lichtbruine bovendelen en witte onderdelen. Mannetje opvallender met bruingeel ‘petje’, donkere vlek op zijborst en oogvlek; bij vrouwtjes zijn deze delen grijs-bruin.
Verspreidingsgebied: Europa en Azië. In Noord-, Zuid- en Midden-Amerika komt een ondersoort voor.
Leefgebied: steppegebieden en zandstranden, niet gebonden aan kustgebieden (habitattype 2110).
Voeding: insecten, ook slakjes, spinnen en vlokreeftjes. In brak en zout leefgebied vooral garnalen en krabbetjes, zeepieren en slakjes.
Levenswijze: enkel aanwezig in broedseizoen, wintertrek naar Spanje en Marokko.
Nest: territoriaal. Solitair broedend of in losse ‘kolonies’, vaak samen met dwergsterns. Kuiltje in de grond, bekleed met wat schelpjes of steentjes, 3 eieren.
Broedtijd: mei, 23-29 dagen, vliegvlug na 27-31 dagen.
Beheer: creëren van voldoende grote, afgesloten strandreservaten aan de kust of grote rivieren. Behouden van dynamiek voor het tegengaan van vergevorderde vegetatiesuccessie.