Foto: Bernard Dupont
Rugstreeppad (Epidalea calamita)
Classificatie: amfibie, kikkers (Anura)
Statuut: kwetsbaar, bijlagesoort habitatrichtlijn
Lengte mannetje: 4-7 cm
Lengte vrouwtje: 5-8 cm
Gewicht: 10,8 – 50,8 g
Uiterlijk: bruin tot groen, donkere vlekken en kenmerkende gele streep over de rug. Stompe kop, kleine ogen met gele tot groene horizontale iris. Mannetjes hebben een blauwe keel.
Verspreidingsgebied: midden Oost-Europa tot midden West-Europa.
Leefgebied: zandige terreinen met betrekkelijk hoge dynamiek en aanwezigheid van ondiepe of tijdelijke wateren, zoals duinen, uiterwaarden van grote rivieren, opgespoten terreinen, heidevelden en akkers.
Voeding: kleine insecten zoals vliegen, mieren, kevers, wantsen en spinnen, kikkervisjes leven van algen en dood organisch materiaal.
Levenswijze: overdag in rust in de strooisellaag of onder stenen, ‘s nachts actief en op jacht. Door de korte achterpoten kan hij snel lopen, jacht op open en kale terreinen. Door grote activiteit kan hij snel nieuwe terreinen koloniseren.
Voortplanting: Eind maart tot begin augustus, mannetjes kwaken om vrouwtjes te lokken en grijpen zich vast onder haar oksels.
Ontwikkeling: Produceert eiersnoeren van 2800 tot 4000 eitjes die op 20 cm diep tussen de beplanting wordt verstopt. Eitjes komen uit na een paar dagen tot 1,5 week. Bij gunstige omstandigheden metamorfoseren ze na 3 maanden
Beheer: Instandhouding van kleinschalige pioniersvegetaties en poelen met brede ondiepe oeverzones. Zorgen voor een goede waterkwaliteit, niet zuurder dan pH 5. Tegengaan verdroging en schaalvergroting.