Foto: Piet Spaans
Rivierdonderpad (Cottus perifretum)
Classificatie: Chordadieren, schorpioenvisachtigen
Statuut: wettelijk beschermd, bijlagesoort habitatrichtlijn, kwetsbaar
Lengte: max. 13 cm
Gewicht: tot 35 g
Uiterlijk: Brede afgeplatte kop, grote bek en zeer grote borstvinnen. De flanken zijn afhankelijk van de bodemkleur waar ze zich op bevinden, schubloze huid.
Verspreidingsgebied: Deltagebied van West-Europa en Groot-Brittannië.
Leefgebied: Oevers van grote stilstaande wateren en in de grote rivieren, plaatsen met een hoog zuurstofgehalte.
Voeding: Prooien zoals vlokreeften, waterpissebedden, muggenlarven, kleine visjes of visseneieren.
Levenswijze: Nachtactief, overdag verscholen tussen stenen of andere vormen van beschutting zoals boomwortels.
Voortplanting: maart – april, gebruikt een nestholte
Eitjes: Het vrouwtje leg haart eitjes en nadat het mannetje de eitjes bevrucht heeft bewaakt hij het nest.
Beheer: Zorgen voor goede waterkwaliteit, sterke afwisseling open en structuurrijke watervegetatie, vermeiden aanwezigheid van rivierkreeft en beekforel.